
Sinds ik een zekere leeftijd ben overschreden begint mijn lijf tekenen van slijtage te vertonen. Dat is normaal. Hier en daar een kraakje en piepje. De gewrichten die ‘s ochtends durven te protesteren. En zo nog wat van die verschijnselen van een oplopende jarenteller. Als ik zeg dat ik me oud voel lachen mijn lieve ouders zich een kriek. Zij zijn 83 en 88 en zo fit als een hoentje. Mijn vader verricht op zijn stuk land de fysieke tuinarbeid waar de gemiddelde dertiger drie dagen van op bed zou liggen, kermend van de spierpijn. Mijn moeder doet in haar tuin en hun huis hetzelfde. Let op: ze hebben ieder hun eigen tuin omdat de hoeveelheid energie collectief aanwezig teveel is voor slechts één tuin. Soms vragen mensen mij of mijn ouders gescheiden zijn omdat ik het over mijn vader’s tuin en moeder’s tuin heb. Maar niets is minder waar. Ze zijn al 61 jaar zeer gelukkig getrouwd. Een potje schaken tegen mijn vader of een potje Wordfeud tegen mijn moeder onderneem je geheel op eigen risico. De kans dat je meedogenloos in de pan wordt gehakt is aanzienlijk. Dus ook mentaal zijn mijn ouders jong. Nee, Ik mag mijzelf onder geen voorwaarde oud noemen. En toch, hè. En toch. Verder lezen Hondenleven: Aaien op het toilet