
Onze nieuwe buurvrouw is aan het verbouwen. Dat was ook wel nodig want de vorige bewoners van het huis hebben het in nogal verlopen staat achtergelaten. Zo’n geval waarbij je een verrot plankje weghaalt en ziet dat wat er achter het plankje zit in een nog veel ergere staat van ontbinding verkeert. Kortom: de verbouwing is nodig.
Zoals met iedere verbouwing veroorzaakt het wat lawaai en ‘overlast’. Ik zet overlast tussen aanhalingstekens omdat onze nieuwe buurvrouw uiterst sociaal is. Ze heeft in die paar maanden al vaker contact met ons gezocht om uit te leggen wat ze aan het doen is dan onze vorige buren in vijf jaar. Alles gaat in goed overleg en wij hebben er geen last van. Met wij bedoel ik het menselijke deel van de roedel.
De hondjes denken er namelijk anders over. Vooral Blitzz. Toen de verbouwing zich binnenshuis afspeelde, of buitenshuis op de begane grond, was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht. Af en toe schrok een druk dromende viervoeter wakker van een klopboor die het huis deed schudden, maar daar bleef het bij. Twee weken geleden verscheen er echter een bouwsteiger in de achtertuin. En steigers zijn niet voor de sier.
Blitzz, die niets vermoedend haar domein aan het inspecteren was, werd plotseling geconfronteerd met de buurvrouw en haar vriend ver boven haar. Zomaar zichtbaar over de schutting. Dit was teveel voor Blitzz en de alarmcentrale werd op volle kracht in werking gesteld. Met andere woorden: loeiend en tierend stond ze op haar achterpootjes de buren, in niet mis te verstane bewoording in te peperen dat hun plek op de begane grond was. Netjes uit het zicht zoals het hoort. En dat een invasie door de lucht een heel slecht idee zou zijn.
Wij waren al op de hoogte van de steiger, dus voor ons was het geen verrassing. Sterker nog, ik heb de buren aangeboden dat ze gebruik kunnen maken van ons balkon wanneer ze maar willen. Dat maakt de toegankelijkheid van de zijkant van hun huis een stuk eenvoudiger. Gelukkig komt Blitzz nooit boven want die zou dit beschouwen als een schaamteloze aantasting van haar soevereiniteit.
Natuurlijk ging Bella mee in het alarm. En vooruit, Spip wilde er dan ook nog wel een paar blafjes aan wagen. Niet dat hij snapte waar het om ging, want wat hem betreft geldt het credo, “hoe meer zielen hoe meer vreugd,” onverminderd. Coronamaatregelen of niet. Maar goed de alarmcentrale gaf een melding dus dan blaf je dapper even mee. Al is het maar voor de vorm.
De oplossing: Blitzz even naar binnen, Bella even naar binnen en Spip dringend verzoeken zijn, ehm, mond te houden. De steiger staat er natuurlijk niet voor niks. De buren hebben wel even werk aan de achtergevel. Dus je zou denken dat Blitzz zou wennen aan geveltoeristen. Maar niks is minder waar. De alarmfase geldt onverminderd en zonder uitzondering. Dus we dirigeren haar regelmatig even naar binnen. Overigens hebben Spip en Bella het wel gezien. Die laten zich niet zo snel meer opwinden door moeder overste. Spip en Bella wachten op nieuwe bedreigingen, dan komen ze wel weer in actie. Maar Blitzz ziet het als haar heilige taak om ons te waarschuwen voor mensen waar ze niet horen in haar – enigszins beperkte – wereldbeeld. Gelukkig hebben de buren geen balkon, Blitzz zou er wat aan over houden.
Oef!! Dat is afzien. Wij hadden dat de vorige zomer, maar wij hebben ook fijne buren en dat het allemaal tegenviel duurde het erg lang. Zij konden er niets aan doen. Het ging weer voorbij en nu is het super rustig.
Nee hoor, geen afzien. We hebben er geen of nauwelijks last van. Maar Blitzz vindt het wel nodig zo af en toe alarm te slaan. 🙂
Dat was een interessante editie.
Leuk om te lezen bovendien.
Dank je wel.
Met Spip kan ik meevoelen. Ouder worden wil bijna iedereen, maar niet alles meer kunnen is een ander verhaal.