Geplaatst op 3 reacties

Hondenleven: Van oude honden en dingen die voorbij gaan

Spip neemt wat meer rust nu hij wat ouder wordt.
Spip neemt wat meer rust nu hij wat ouder wordt.

Uit de columns die ik hier wekelijks schrijf, blijkt dat ik honden een behoorlijke hoeveelheid intelligentie toedicht. Die intelligentie blijkt elke dag weer uit de manier waarop een hond met je communiceert. Daarvoor moet je natuurlijk wel de taal van je hond een beetje leren begrijpen. Gelukkig zijn wij mensen soms ook niet geheel zonder intelligentie, dus dat is te doen. En het blijft me verbazen. Hoe meer je met je hond communiceert hoe meer de hond menselijke trekjes gaat vertonen. Althans, wij noemen het menselijke trekjes. De hond vertelt zijn soortgenoten waarschijnlijk met dezelfde verbazing, dat wij mensen steeds meer trekjes van een hond vertonen naarmate ze mensen beter leren kennen.

Levensloop

Helaas geldt de overeenkomst niet voor de levensloop. Net als bij ons brengen de voortschrijdende jaren de nodige euvels met zich mee. Alleen gebeurt dit bij een hond sneller dan bij de mens. Dus als je net als ik vanaf baby al honden om je heen hebt gehad, dan heb je er nogal wat zien komen en gaan. Hoe goed je ook voor ze hebt gezorgd, vadertje tijd kun je niet overreden jouw honden over te slaan. Dus wat eens een jonge spring in het veld was, is een jaar op acht later een hond op leeftijd.

Die jeugd!

Bij ons in het roedeltje is dat nu Spip. Zijn spirit is zeker nog gewillig maar je merkt aan alles dat het allemaal niet meer zo makkelijk gaat. Even spelen en hij is alweer klaar, terwijl hij vroeger niet genoeg kon krijgen van achter een balletje aanrennen. Zijn ogen doen het ook niet meer zo goed. Daardoor kan hij de drukke jonge dames Bella en Blitzz niet meer zo goed volgen. Soms maakt hem dat zelfs een beetje angstig. Dat ge-ren en gevlieg van die jeugd! Kan dat niet een beetje rustiger. Natuurlijk vergeet hij, net als de menselijke variant van ‘the grumpy old man’ dat hij ooit ook zo’n druktemakertje was.

Dartel

Heel soms vergeet hij even dat hij wat op leeftijd is. Als ik ‘s ochtends beneden kom of als Erna thuis komt van een cliënt, dan springt en kwispelt hij als een jonge hond. Ook als ik de bak met vlees naar de voerplek breng dan springt hij als een dartel lam om mijn benen heen. Je zou dan zowaar vergeten dat hij een oud hondje begint te worden. Maar dan kijk je naar dat grijze bekkie en dan weet je het weer: vadertje tijd wandelt voort.

Oneindig

Dat besef stemt soms wat melancholiek. Maar het is ook goed dat het zo gaat. Niks is oneindig, zelfs het universum niet. In het geval van Spip, en van al onze andere honden is het zelfs extra fijn dat ze oude honden mogen worden. Ze waren immers behoorlijk kansloos voor ze bij ons kwamen. Dankzij onbaatzuchtige vrijwilligers zijn deze honden gered uit soms benarde situaties, en hebben ze via omwegen bij ons een goed thuis gekregen. Althans we doen ons best een goed thuis voor ze te zijn.

Mooi

Als ik terug denk aan al die andere oude honden die vaak vanaf pup of jonge hond bij ons waren, dan kan ik niet anders dan warm worden van binnen. Ja, het is triest als ze overlijden en ja, dan ben ik echt wel even van de kaart. Maar uiteindelijk heb je iets moois met elkaar meegemaakt. Je hebt een heel leven samen gehad. Van jong en onbezonnen naar oud en wijs. En dat blijft voor altijd bij je. Nou ja, voor altijd binnen de relativiteit van het eindige bestaan dan natuurlijk.

Maatjes

Deze overpeinzing is misschien wat stemmig. Maar het is zeker niet mijn bedoeling te deprimeren. In tegendeel. De honden van weleer vullen mijn mijmeringen vaak met blije herinneringen. Van Def, de Laekensche herder, die mijn eerste hond was. Waar ik als baby bij in de mand kroop. Die gewillig de leeuw speelde in mijn Romeins Colosseum of zich geduldig liet bekleden als een ridderpaard. En Chico, de Appenzeller die tijdens een langdurige ziekte mijn onafscheidelijke maatje werd. Hoe ze als pup met de waterstralen uit de sproeier speelde. En Pluk, de parson Jack Russell terriër die altijd vol kattenkwaad en practical jokes zat. En de capriolen die hij uithaalde om aan extra eten te komen zijn legendarisch in onze familie. En Jip de deerhound, statig, en ontegenzeggelijk van adel. Maar tegelijk had deze stille kracht een diepe bodem. Een ware eer haar te hebben gekend. En Mazzel, de grote vriend van Erna. Die toen ik Erna leerde kennen mij duidelijk maakte dat om ook maar een kleine kans bij Erna te maken ik eerst zijn vertrouwen moest winnen. Dat lukte gelukkig. En we zijn goede maatjes geworden. Maar hij heeft er nooit een moment twijfel over laten bestaan onder welke voorwaarde dat was: Wees goed voor Erna of anders…

Ankers

Zo kan ik nog wel even doorgaan. Mijn hondenpantheon is gevuld met verhalen, herinneringen en anekdotes. Ik kijk liever vooruit dan achteruit. Maar soms is het fijn even terug te denken aan oude honden en dingen die voorbijgaan. Honden zijn bijzondere wezens voor mij. Dat blijkt uit de helderheid van de herinneringen die ze bij mij achterlaten. Ze zijn de ankers in mijn persoonlijke, insignificante historie.

3 gedachten over “Hondenleven: Van oude honden en dingen die voorbij gaan

  1. Heel mooi!

    1. Dank je wel. Een iets meer beschouwende column dit keer. Past bij het weer. 😉

  2. Ah ja, al die herinneringen idd. De warme trouwe liefdevolle ogen van onze Tjinta vergeet ik ook nooit meer en Pluk…ik schiet al in de lach als ik de naam hoor. Mooi!!!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *