
Na lange tijd schaak ik weer met mijn vader. Dat deden we in een grijs verleden ook al. Overigens en volledig a propos, vreemde term ‘grijs verleden’. Ik ben nu grijs, in het verleden was ik dat niet. Goed, in vervlogen tijden schaakten mijn vader en ik ook al. Ik woonde nog thuis en regelmatig speelden we een potje schaak. Het schaakbord en de stukken zie ik nog helemaal voor me. Het was een mooie schaakset. Hoewel er enkele stukken waren waar wat beschadigingen op zaten. Dit onder andere als gevolg van een hond die het schaakspel anders interpreteerde dan bijvoorbeeld Kasparov dat zou doen. Toch vind ik het nog steeds één van de mooiste schaakspellen die ik ooit heb gezien. Natuurlijk kleurt nostalgie deze mening meer dan een beetje.
Moderne middelen
Sinds kort hebben mijn vader en ik het spel weer opgepakt. En ondanks dat mijn vader de negentig rap nadert, doen wij dat met behulp van moderne middelen als internet en een schaak-app op de telefoon of iPad. Het internet heeft sowieso weinig geheimen voor mijn ouders. Dankzij de technologische wonderen van deze tijd is hun corona-isolement een stuk minder bezwarend dan het zonder alle gadgets zou zijn.
Boek
Schaken heeft veel overeenkomsten met een spannend boek. Je hebt een begin, een midden en een eind. Het begin stelt de hoofdpersonen voor en schetst de situaties die deze personen het hoofd moeten bieden. Dan volgt een spannend middenstuk waarin het bloed vloeit, de gevolgen van rampen zich doen voelen en waar de hoofdpersonen al dan niet letterlijk hun hoofd breken. Het einde van het verhaal is te vergelijken met een grote schoonmaak. Het stof wordt opgezogen, de vlekken worden weggepoetst en wat blijft is een opgeruimd gevoel.
Snode plannen
Zo is het ook bij een potje schaken. In het begin plaats je de stukken in een strategisch gunstige positie en je probeert de bedoelingen van je tegenstander in te schatten. Dan komt het middenspel. Hier worden de eerste stukken geslagen en de snode plannen beginnen vorm te krijgen. Vaak worden die snode plannen gedwarsboomd. Of je staart je zo blind op een plan dat je een enorme fout maakt en een belangrijk stuk verliest. Dan komt het eindspel. Soms is al van verre te zien dat één van beide spelers in een onmogelijke positie staat. Toch hou je hoop en vecht je met de moed der wanhoop door. Net zo lang tot je koning geen kant meer op kan en het spel onherroepelijk eindigt.
Slachting
Het eerste potje na lange tijd dat ik met mijn vader heb gespeeld is net ten einde. We hebben daar een paar weken over gedaan. Een paar zetten per dag. Het was een slachting van jewelste. Vooral aan mijn kant. Na een ‘foutje’ van mij verloor ik mijn koningin vroeg in het middenspel. Ik weet nog dat ik dacht, “Het is nog vroeg in het spel, ik kan hiervan herstellen.” Maar het was slechts de wens die de vader van die gedachte was. Want het ging van kwaad tot erger. Napoleon had nooit Rusland moeten binnenvallen en ik had mijn koningin niet moeten verliezen op zulks een domme manier. Stuk na stuk werd van het bord geveegd. In het eindspel had ik nog een koning, een toren en twee pionnen, dapper starend naar een overweldigende omsingeling. Een tweede koningin verscheen aan de horizon van het bord. Mijn toren viel, wederom door een domme beslissing van het opperbevel en ik zag het angstzweet parelen op het gelaat van mijn koning en overgebleven pionnen. Het was voorbij. Slechts enkele zetten later was het onvermijdelijke een voldongen feit. Mijn vader had me in de pan gehakt.
Speelstijl
Wat uit dit potje schaken zo mooi bleek, is onze verschillen in speelstijl. Ik speel heel reactief. Ik heb wel een plan maar ik hou me zelden aan dat plan. Ik reageer op de ontwikkelingen op het bord en verander van koers bij het minste of geringste. Ik speel ad hoc en in mijn enthousiasme voor een nieuwe tactiek maak ik domme fouten. Mijn vader speelt heel systematisch. Hij denkt lang na, wikt en weegt en zet pas als hij heel zeker weet dat het de beste zet is en dat er geen gevaar ontstaat voor zijn positie.
Leermoment
Als ik naar ons roedeltje honden kijk zie ik diezelfde verschillen. Bella rent achter een bal aan en als die bal achter een hekje beland, is dat jammer voor het hekje. De storm komt en de storm blaast omver. Of niet als het hekje sterker blijkt dan Bella. Dat zijn van die leermomenten waar je wel van leert maar met een blauwe plek. Spip doet dat anders, die rent, ziet het hekje, stopt en gaat met zijn pootje trachten het balletje achter het hekje vandaan te schoffelen. Desnoods maakt hij een kuiltje waar het balletje in kan rollen en zo naar hem toekomt. Spip denkt systematisch en stapsgewijs na over de manier waarop hij zonder blauwe plekken het balletje kan bemachtigen.
Verwarring
Welke tactiek is beter? Ik weet het niet. Als ik tel hoe vaak het balletje in de bek van de één of de ander belandt is dat ongeveer gelijk. Beide methoden lijken dus effectief. Het is een kwestie van de capaciteit van je incasseringsvermogen en de mate van bereidheid om pijn te lijden, denk ik. Ondertussen ben ik weer een nieuw potje schaken met mijn vader gestart. We hebben nog slechts onze eerste pionnen gezet maar mijn hoofd zit alweer vol plannen en goede voornemens. Mij kennende zijn die plannen en voornemens over vijf minuten alweer gewijzigd. Verwarring scheppen is ook een goede tactiek. Het is echter wel de kunst de verwarring aan de overzijde van het schaakbord te scheppen, niet aan je eigen zijde. Maar goed, zoals de Engelsen plegen te zeggen in een dergelijke situatie: “Tally-ho!”
Heel leuk! Zo werkt het nou eenmaal. Ieder zijn eigen aanpak en soms een portie geluk😊
Wat leuk!! hahaha papa denkt inderdaad lang na, hij ‘mocht’op een gegeven moment niet meer meedoen met scrabble, wij vielen bijna in slaap terwijl hij nadacht haha. Dan is online spelen beter, dan kan ieder het op zijn eigen tempo doen:-)
Ach ja, maar dat lange denken heeft ook z’n voordelen. Mogelijkheden zien die anderen in hun haast niet opmerken. Maar inderdaad, online kan ieder op zijn of haar manier spelen.