Geplaatst op 2 reacties

Hondenleven: Spoken zien

Blitzz ziet spokenIn het achterste deel van onze tuin, bij het stukje dat ik heb afgezet zodat onbevoegden (de honden) er niet kunnen komen staat een bamboebosje. In dat bamboebosje groeit van alles dat de bescherming van de bamboe geniet. Er staat een framboos, er doet gember een poging tot ontwikkeling te komen (tot nu zonder succes) en het bosje krijgt veelvuldig bezoek van een familie mussen. Er leeft echter ook nog iets anders in het bosje. Althans dat zegt Blitzz. Onze Spaanse schone wijst als een volleerd pointer de plek aan waar iets heel interessants is te zien. Maar hoe wij ook kijken en turen: we kunnen niks ontdekken.

Toch geeft Blitzz de moed niet op. Ze staat als een standbeeld te staren naar dat wat wij niet zien. Af en toe zet ze haar fysieke argument kracht bij met een getergd piepen.

“Kijk dan toch, daar!” lijkt ze te zeggen. “Zien jullie het dan echt niet, stelletje blinde vinken?”

Nee, wij zien het echt niet. Ik heb mij zelfs op handen en voeten naast Blitzz gepositioneerd zodat ik op haar ooghoogte kon kijken. Ik heb zo goed mogelijk de richting van haar blik uitgemeten en uitgezet in de mini-jungle van ons bamboebosje. De navigator van de Santa Maria zou jaloers zijn op de accuraatheid . Nou zegt dat niet zoveel, want Columbus belandde op het Amerikaanse continent terwijl India het reisdoel was. Hoe dan ook, ik volgde de blik van Blitzz vrij nauwkeurig.

Maar hoe ik mijn ogen ook richtte, focuste en anderszins instelde: ik zag alleen maar gevallen bamboebladeren en ander plantaardig materiaal. Nou heeft Blitzz best een brede belangstelling voor haar omgeving, maar plantaardig materiaal is toch meer het terrein van haar collega Bella. En die gaat er niet naar staan staren. Die vreet het gewoon gelijk op. Opgeruimd staat netjes. Dus het moet iets zijn wat zich meer thuis voelt in het fauna-deel van de natuurencyclopedie.

We hebben al eens een egel in de tuin gesignaleerd. Dus dat zou kunnen. Een egel is echter best een substantieel dier als je op je knieën ligt op Blitzz haar ooghoogte. Dus die zou ik toch moeten hebben waargenomen. Zelfs als ik de egel zelf niet had gezien, zou een karakteristieke heuvel van bamboebladeren zijn of haar aanwezigheid hebben verraden.

Een jong musje dan, dat van één van de gladde bamboestammen was afgegleden? Ook die zou ik toch hebben moeten zien krioelen. Bovendien speelde het ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’ tafereel zich al enkele dagen af. Een jong musje, hoe schattig ook, heeft een overlevingskans van bij benadering nul met alle katten in de omgeving. Katten laten zich overdag niet in onze tuin zien in verband met de hondenbrigade onder aanvoering van overste Blitzz. ‘s Nachts als de honden dromen echter, vermoed ik dat de katten de tuin niet links laten liggen. Zeker niet als er een mussenhapje voor ze klaarligt.

Katten! Misschien was dat het. Misschien zag Blitzz door de spleten in de schutting een kat in de tuin van de buurman. Ook dit idee ging al ras een minder stoere tred lopen. Waar het mank ging was wederom de tijdspanne. Een kat kan best enige tijd stil voor zich uit zitten kijken. Katten zijn naar mijn idee erg goed in de kunst van het overpeinzen. Zeker als het zonnetje schijnt en er een lekker zonnig plekje is in andermans tuin. Blitzz vertoonde haar pointer-gedrag echter al een paar dagen achter elkaar. Dat zou toch een kat vergen met een zeer bovenkattelijke mate aan filosofische wilskracht.

Ook de kattentheorie ging dus naar het rijk der fabelen. En dan zijn we waar we onherroepelijk terecht gaan komen: in de wereld van het metafysische. De wereld van dat wat er niet is maar toch is. Daar tussen de bamboe, dat oude Oosterse gewas, bestaat iets dat niet bestaat. Het kan niet anders: Blitzz ziet spoken.

Het op mijn knieën naast Blitzz liggen doet mijn ouder wordend lijf geen goed. Krakend en piepend kom ik overeind. De conclusie dat ze spoken ziet is voor mij ongeveer even ongrijpbaar als de vroegere veerkracht in mijn kraakbeen. Ik weiger te geloven dat er in ons bamboebosje spoken een thuis hebben gevonden.

Wat zich ook in het bamboebosje heeft afgespeeld. Wat daar ook animeerde: Blitzz kon het ons alleen maar aanwijzen. Ze kon het niet vertellen. Haar vocabulaire is uitgebreid maar we moeten nog even zoeken naar onze Steen van Rosetta. Tot die tijd zal het een raadsel blijven. Inmiddels is dat wat er huisde vertrokken. De aandacht van Blitzz is weer gericht op de mussen die een verdieping hoger in het bamboebosje rondfladderen. Wat er rondwaarde tussen de bamboefundamenten is verdwenen. Vervlogen. Als Blitzz al spoken zag, dan is de ectoplasmatische entiteit weggestaard door onze kleine Spaanse Don Quichot.

2 gedachten over “Hondenleven: Spoken zien

  1. Dit is heel leuk. Ik hoop dat veel mensen het lezen. Het blijft dus een mysterie. Je kent dat plaatje van de man die omhoog staat te kijken, na verloop van tijd staat er een drom mensen omheen.
    Misschien was dat de opzet.

    1. Haha, ja dat zou goed kunnen. Humor a la Blitzz. Het baasje voor de gek gehouden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *