Geplaatst op 2 reacties

Hondenleven: snoertje

netwerkkabelIn mijn jonge jaren was ik systeembeheerder. Althans, zo heette dat toen. Tegenwoordig is die functie waarschijnlijk opgedeeld in verschillende gespecialiseerde disciplines. Elk met een belangrijk klinkende, liefst Amerikaanse titel. ‘Network Implementation Officer’ of ‘Storage Media Specialist’, zoiets. Vroeger viel dat allemaal gewoon onder systeembeheer. Sterker nog, als er een snoertje aan zat, viel het onder systeembeheer. In die tijd moest je niet vreemd opkijken als je gevraagd werd even naar de föhn van de telefoniste (tegenwoordig baliemedewerker m/v) te kijken. Je had tenslotte verstand van alles waar stroom in ging en iets ander uitkwam. En je was de enige met een soldeerbout.

Etiket

Overigens had je ook toen al ‘systeembeheerders’ die de voor- en achterkant van een schroevendraaier niet van elkaar konden onderscheiden. Ik heb meermaals een aan de printrol vastgeplakt etiket uit een printer van de administratie geprutst. Dat terwijl de administratie van dat bedrijf over een eigen systeembeheerafdeling met twee systeembeheerders beschikte. Wat die dan deden is mij altijd een raadsel gebleven.

24 uur

Mijn afdeling bij dat bewuste bedrijf, een uitgeverij, had één personeelslid, namelijk ik. Ik beheerde de krantenredactie, de redacties op de buitenkantoren, een stuk of twaalf kabelkranten, de kopstations van de kabelkranten en de glasvezel verbinding tussen de uitgeverij en de drukkerij. Mooi werk, maar wel een beetje veel. Vooral omdat ik dus de enige was. Dat betekende dat ik 24 uur, 7 dagen per week met een pieper rondliep en van hot naar her reed door heel midden Nederland. Soms noodzakelijk. Soms om aan te komen na een lange, jachtige rit om alleen maar de stekker in het stopcontact te hoeven steken voor de redacteur die net even niet verder had gekeken dan zijn neus lang was (waar gebeurd).

Lokaal

Naar het heden. Ik ben nog steeds systeembeheerder, naast andere taakomschrijvingen. Maar dan lokaal. Ik zorg dat hier in huis, voor onze ondernemingen, alle computers blijven werken en onderling kunnen praten met elkaar. En met het internet. Ook heb ik een bestandsserver in ons netwerk opgenomen. Waar een oude computer en een paar overgebleven harde schijven al niet goed voor zijn. Zo hebben we hier in huis een heus bedrijfsnetwerk. De afgelopen jaren heb ik hard gewerkt om ons hele systeem Windows-vrij te maken. Er is weinig op computergebied wat ik zo haat als Microsoft Windows. Al vanaf het prille begin vond ik het drie keer niks. En dat mag je gerust nog kwadrateren.

Alternatief

Als je Windows verbant uit je huis kom je al snel uit op open source software zoals Linux en vele andere alternatieven voor wat je in de Windows-wereld zou gebruiken. Als je eenmaal in die wereld duikt, ontdek je dat er veel meer mogelijk is dan Microsoft je wil doen geloven. En zo kwam er deze week een nieuw kastje in huis. Een nieuwe router. De spin in het thuisnetwerk. Dit apparaat regelt al het netwerkverkeer in ons netwerk. Bij de meeste mensen doet de wifi-ontvanger/router/modem van de internetprovider dat. Maar dit zijn meestal erg goedkope, trage stukjes elektronica met zeer twijfelachtige betrouwbaarheid.

Kastje

Ons nieuwe kastje is van Chinese makelij, zoals vrijwel alle apparatuur tegenwoordig. Er is ook van bekend dat het graag met het thuisland communiceert, ook als je dat zelf niet direct wil. Gelukkig kun je dat ondervangen door de software op het apparaat te vervangen door een open source alternatief. Zo gezegd, niet zo gedaan, maar wel gelukt. Zo heb ik weer een paar dagen ouderwets gesysteembeheerd. Het netwerk is weer helemaal in de lucht en nu is ook dat laatste stukje in ons netwerk open source en vrij van big data bemoeienis.

Gezond

Systeembeheer heeft een slechte naam waar het gaat om de gezondheid van de arme nerd die door toeval weet hoe hij of zij twee draadjes aan elkaar moet knopen. Maar het valt reuze mee kan ik je vertellen. De afgelopen dagen heb ik de trap aardig uitgehold door het aantal keren dat ik op en neer ben gelopen om kastjes uit en aan te zetten (aan en uit heeft meestal niet zoveel zin). En dan zie ik een hond op de bank liggen, een andere hond in een bench en een derde hond in een slaapbak. Bij de eerste heen en weer wordt er opgetogen geblaft, jippie, we gaan spelen. Bij de tweede heen en weer wordt er even opgekeken en bij de derde heen en weer signaleert hond één met een oorbeweging naar hond twee en drie. Die halen de schouders op en snurken verder. Daar waar ik druk ben met netwerk-packets, firewalls en ip-adressen, hebben zij genoeg aan een oortje om te communiceren dat het baasje weer eens het heen en weer heeft.

IT

Systeembeheer heet tegenwoordig IT. Oftewel Information Technology. Erna en ik kunnen weer naar hartenlust communiceren dankzij een soepel stukje IT in huis. Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat de honden mij smalend gadeslaan. Al dat ge-ren en gevlieg, trap op en af. Rood hoofd als iets niet lukt. Mopperend op die stomme bits die linksaf gaan in plaats van rechtdoor. Alles wat de hondjes nodig hebben is een oortje, een wenkbrauw of een geurtje. Hun social media werkt feilloos en er komt geen snoertje bij kijken.

2 gedachten over “Hondenleven: snoertje

  1. Ja, die kreet uitte ik ook vanmorgen. Waarom moet alles zo ingewikkeld?!
    Ik begrijp die hondjes wel.
    Overigens weer een mooi verhaal en fijn dat het is gelukt!

  2. Hahaha, heel herkenbaar. Vroeger kon je de tv aanzetten met 1 knop. Nu moet je twee afstandsbedieningen gebruiken en verschillende knoppen intoetsen. Waarom zo ingewikkeld!! Ik begrijp dat niet. Ben er waarschijnlijk te simpel voor;-)
    Ik vind het heel knap van je, heb er totaal geen verstand van. Petje af.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *