Bella heeft een obsessie. Ik heb het daar geloof ik al eens over gehad. Ik hoef maar naar de achterdeur te kijken of Bella springt op. Piepend danst ze naar de achterdeur. In een naïeve bui zou je kunnen denken dat ze wegens een sanitaire stop naar buiten moet. Maar dat is niet zo. Zodra ik namelijk de deur open doe, rent ze naar de plek waar de tennisbal ligt
Veilig
De tennisbal ligt veilig opgeborgen in een hoge plantenbak. Dat hebben we gedaan omdat Bella anders de hele dag met de tennisbal loopt te sjouwen.
“Gun dat beestje haar pleziertje,” zou je dan kunnen zeggen.
Het probleem is echter dat tennisbalhaartjes verdacht hard zijn. Als je hond de hele dag met een tennisbal loopt te sjouwen, dan is de kans groot dat je hond er ook op loopt te kauwen als ware het bubblegum. De tennisbal blijkt dan een prima slijptol voor de tanden.
Compromis
Om vroegtijdig afgesleten tanden te voorkomen, hebben we de tennisbal dus veilig opgeborgen. Bella krijgt het bij tijd en wijle toch voor elkaar om de tennisbal te bemachtigen. De plantenbak waar hij in ligt is niet hoog genoeg als Bella écht energie over heeft. Maar goed, over het algemeen is de plantenbak een goed compromis tussen bereikbaarheid voor de baasjes en hoge drempelwerking voor Bella.
Flipperkast
Als we dan met de tennisbal spelen dan is Bella de gelukkigste hond op aarde. Er is gewoon geen leuker spelletje dan achter de tennisbal aan jakkeren. Vooral als de bal tussen allerlei tuinmeubels, muurtjes en paaltjes stuitert als ware het de zilveren kogel in een flipperkast.
Souplesse
Bella is een jonge hond en die heeft energie te over. Haar hele lijf ademt souplesse en wendbaarheid. Ze lijkt wel van rubber. En de enkele keer dat een botsing met een tuinobstakel onvermijdelijk is, blijkt dat ze de bouw heeft van een rugbyspeler. Ook dezelfde mentaliteit trouwens. Ze zou bij de All Blacks geen slecht figuur slaan!
Klaar
Als we dan klaar zijn met spelen – ik zeg we maar Bella is eigenlijk nooit klaar – dan geef ik dat duidelijk aan door te zeggen, “Klaar!” en ik berg de bal weer op. Ze zeurt dan ook niet en gaat stoer heupwiegend richting de waterbak. Spip weet dan dat het zijn beurt is. Hij komt onder zijn deken vandaan, waar hij duttend ligt te wachten tot die druktemaker klaar is met haar idiote vertoning. Hij zoekt met een blik even bevestiging bij mij, ik knik en dan komt hij op een gedistingeerd whippet drafje naar de achterdeur. Tijd om te laten zien hoe een oude pro dit doet.
Danser
Voor mij is het dan tijd om te schakelen. Van rugbyspeler naar elegante danser. Een danser op leeftijd. Dus geen energieke quickstep meer, maar eerder de Engels wals. Tijdens het spelen moet ik Spip wat ontzien. Ik gooi minder ver, vermijd trapjes en al teveel ‘flipperkasten’ van de bal. Verder gooi ik minder snel achter elkaar en ik laat hem zo min mogelijk vreemde draaien maken. Toch hebben we allebei plezier aan het spel.
Pijnlijk
Ik weet nog de eerste dag dat hij bij ons was. Hij was nog geen jaar oud. Ondanks de ondervoeding bij zijn vorige baasjes, zat hij vol energie. Ik ging voor het eerst met een bal spelen met hem. Ik leerde bij de eerste worp al op pijnlijke wijze dat een whippet een snel hondje is. Nog voor de bal mijn hand had verlaten had Spip hem al te pakken. Helaas zat er ook nog een vinger van het baasje tussen. En die tandjes van nog geen jaar oud zijn razend scherp.
Wennen
Al snel wenden we aan elkaar en in no time hadden we het spelen met de bal door zonder dat het een bloedsport werd. Was Spip nog in zijn jonge jaren dan was Bella bij elke worp kansloos geweest. De snelheid van een whippet, die ook nog eens uit een sportlijn komt, is ongekend. Daarbij komt een doelgerichtheid waar de gemiddelde kruisraket het schaamrood van op de wangen komt.
Actie
Dat was ooit. Spip is nu te oud voor dat soort snelle actie. Maar dat geeft niet. We spelen nog steeds met het balletje zoals op die eerste dag, gewoon wat trager. Ik denk dat hij best weet dat ik me inhoud. Maar het plezier is er niet minder om. En daar gaat het om.
Bos en hei
Ik durf het ook op mezelf te betrekken. Een jaar of 35 geleden ragde ik op mijn mountainbike door verlaten bossen en over even eenzame heidevelden. Diezelfde bossen en heidevelden zijn nu zo druk zijn dat er geen mountainbike meer tussen past. Daarnaast kan mijn 35 jaar oudere lijf diezelfde hobbels en het rulle zand ook niet meer aan. Als ik nu hetzelfde zou doen als toen, zou ik een week niet meer kunnen lopen. Net als Spip heb ik mijn grenzen naar beneden bijgesteld. Met evenveel plezier peddel ik nou op een gewone, sportieve fiets over asfalt langs de bossen en langs de hei. Net als de tennisbal bij Spip rol ik gewoon wat langzamer.
Broekie
Meestal. Want een enkele keer kan ik het toch niet laten om zo’n jong broekie op een hyper lichte racefiets te laten zien dat oude spieren nog best tot een sprintje in staat zijn. Daarbij hoop ik dan altijd wel dat het jonge broekie op die lichte racefiets snel afslaat waar ik rechtdoor ga. Want anders ziet hij ook dat die oude spieren het jong voordoen niet heel lang volhouden.
Heel leuk. Ja oude spieren. Je moet ze bijhouden, maar met mate. Weer goed geschreven en altijd interessant.