Geplaatst op 4 reacties

Hondenleven: opgeruimd staat te netjes

We zijn gelukkig in onze rommelAls ik zo eens objectief rond kijk vanaf de stoel aan de keukentafel waar ik dit schrijf, dan zie ik veel waar een trendy woonblad aanstoot aan zou nemen. De fotograaf van dit trendy blad zou een acute aanval van duizeligheid krijgen en de persoon die het interview afneemt zou plots rode bultjes krijgen op zeer oncomfortabele plekken. Anders en minder prozaïsh uitgedrukt: ons huis is een zooitje. Ik durf daar publiekelijk voor uit te komen. Daar is weinig moed voor nodig, slechts een modicum aan werkelijkheidszin. Daar waar voor veel mensen de eettafel een plek is om te eten, is het bij ons een opslagplaats voor een variëteit aan spullen waar de legendarische Winkel van Sinkel een minderwaardigheidscomplex van zou krijgen. Ik schaam me hier niet voor. En Erna ook niet. Het is gewoon niet ons ding om in een opgeruimd huis te wonen. Het interesseert ons gewoon allebei niet.

Huwelijk

Dat feit is erg goed voor ons huwelijk. Daar waar andere echtparen elkaar vaak in de haren vliegen over wie wat waar heeft neergelegd – “Alweer!” – kan het ons geen bal schelen. En het rare is: we weten vrijwel altijd waar alles is. Want hoe rommelig het er ook uitziet, alles heeft een vaste plek. Dat die vaste plek bovenop een berg andere spullen-met-vaste-plek is, doet daar niks aan af. In zekere zin is het huis toch opgeruimd. Een analogie zou kunnen zijn: De één geeft zonder blikken of blozen miljoenen uit aan een kunstwerk dat door een shredder is gehaald. De ander betaald slechts voor de realiteit reflecterende kunst. Beide inversteren in kunst, hun definite van kunst verschilt alleen een beetje. Wij leven dus in een opgeruimd huis waarbij de definitie van opgeruimd een vrij persoonlijk referentie kader heeft. Met andere woorden: onze orde is voor een ander een zooitje.

Bijhouden

Ik weet ook wel hoe het komt. Hierboven schrijf ik dat het ons niet kan schelen. En dat is ook zo. Maar een tweede oorzaak voor het opstapelen van de willekeurig ogende objecten, is dat we gewoon de tijd en/of energie niet hebben om op te ruimen en vooral opgeruimd te houden. Vier honden, twee ondernemingen en een heel klein beetje vrijetijd werken niet in het voordeel van een huis dat fotografisch goed overkomt in dat trendy woontijdschrift. Dat wil niet zeggen dat het huis vervuilt. Hoewel hier en daar het stof iets beter afgenomen zou kunnen worden, hou ik het huis wel bij in huishoudelijke zin. Als indicatie daarvan kan ik melden dat ik gisteren een dubbelpak stofzuigerzakken heb besteld die naar alle verwachting vandaag geleverd zullen worden. Verder heb ik eens in de zoveel tijd (dus regelmatig, als je de definitie van dat woord vrij breed houdt) een bevlieging waarbij ik wat dieper durf te tasten in de buidel van de schoonmaakmiddelen.

Citroentjesfris

Dan ga ik als een wervelwind door het huis met emmer citroentjesfris schoonmaakwater en diverse sponzen, zemen en andere parafernalia. Soms, in uitzonderlijke gevallen wil ik dan ook nog wel eens wat dingen opruimen. Al weet ik dat het volkomen zinloos is. Ik heb al lang geleden geaccepteerd dat het leven een bij voorbaat verloren strijd tegen entropie is. Het verval wint altijd omdat het, anders dan wij, geen eindtijd heeft. Dus waarom zouden wij onze tijd verdoen met het ordenen van materiële zaken als die materiële zaken uiteindelijk toch ten prooi vallen aan de willekeurige plaatsbepaling gedicteerd door een onwrikbare natuurwet.

Slingeren

Wij voelen ons gesteund in onze filosofie door onze honden. Ook zij laten alles slingeren. Zoals hun speelgoed, half afgekauwde stokjes, stukjes textiel afkomstig van een kleed dat eigenlijk nog goed was maar wat Bodhi toch besloten heeft te recyclen, en noem zo maar op. Zij leven volgens dezelfde, enigszins gelaten filosofie die grenst aan laisser faire. Zij leren ons dat het volkomen onzinnig is om alles achter je kont op te ruimen. Waarom zou je een hurley of een speelbal op een vaste plaats leggen. Vijf minuten later komt er toch een of andere onverlaat het stuk speelgoed weer pakken. De honden hebben natuurlijk wel als voordeel dat ze hun personeel hebben dat hun helpt als een favoriet stuk speelgoed op mysterieuze wijze verdwijnt.

Een veel gehoorde conversatie bij ons is:
“Heb jij de Hurley onlangs nog gezien?”
“Nee, ik ga wel even zoeken.”
“Ik help wel even.”
“Heb je hem al gevonden?”
“Nee, nog niet, Ik heb ‘m gisteren nog gezien… Of was het eergisteren?”
“Ik heb ‘m!”
“Fijn. Waar lag hij?”
“Onder de kast in de keuken.”
“Ah, vandaar de bezemsteel.”

Gelukkig

Ons huis is een zooitje. We leven ermee. We zijn gelukkig in onze rommeligheid. Net zoals een oude jas veel lekkerder zit dan een nieuwe. Vanaf de stoel in de keuken zie ik de waarachtige variëteit aan spullen die overal liggen, staan, hangen en op meer onverklaarbare wijze de ruimte bevolken. Het is ons huis en het past bij ons. Was het opgeruimd dan zouden we ons er niet meer thuis voelen. Opgeruimd staat ons veel te netjes.

4 gedachten over “Hondenleven: opgeruimd staat te netjes

  1. ha ha en zo is het ieder past in zijn eigen huis

    groetjes nel en henk

  2. bovendien, het is jullie huis!!!

  3. Jullie huis is een thuis en zo hoort het te zijn. Ik vind het er reuze gezellig en het hoort zo. Ik zou me rot schrikken als ik bij jullie een opgeruimd huis binnen zou stappen;-)

    1. Daar hoef je dus niet bang voor te zijn. Opgeruimd gaat het hier nooit worden. Althans niet naar de maatstaven van veel mensen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *