Het is 6:52 als ik dit begin te schrijven. Bij veel mensen gaat nu zo ongeveer de wekker. Hier en daar staat misschien al een koffieapparaat te pruttelen. Ik heb de ochtend routine echter al doorlopen en de werkdag is begonnen. Vroeg? Ja, best wel. Al sinds zondag wordt ik om vijf uur wakker. En ik niet alleen. De hondjes ook. Zondag is ook de wintertijd ingegaan. Toeval? Ik denk het niet. Dat verzetten van de klok gooit iedere keer mijn hele bioritme in de war. Een uur langer slapen zondag? Niet dus, en ook de rest van de week niet.
Ziekelijke regelzucht
Het verzetten van de klok is naar mijn mening zo’n typisch gevolg van de ziekelijk regelzucht van de mens. We willen alles naar onze hand zetten. Het maakt niet uit op welk gebied. De prachtige samenwerking tussen zon, aarde en de dans die zij samen uitvoeren in het oneindige heelal zorgt voor een heel natuurlijk ritme op onze planeet. Een ritme dat miljoenen jaren de maat aangaf voor alles wat leeft op aarde. Of het nou een amoebe in een druppel water is of een ingewikkelde samenstelling van cellen die beweert intelligentie te bezitten. Het dag-nachtritme heeft miljoenen jaren aangegeven wanneer wat moet gebeuren.
Modern
De moderne mens laat zich echter al lang niet meer leiden door de natuur. De zon is in de ban gedaan. We wonen al lang niet meer buiten. We gebruiken de zon als het ons uitkomt. Om een mooi bruin kleurtje te krijgen, om wat extra elektronen in ons licht(!)net te pompen of als excuus om onszelf te trakteren op een dure zonnebril.
Reden
Het verzetten van de klok heeft een reden natuurlijk. We leven nu in de originele tijd (wintertijd). Sinds 1977 zetten we in Nederland in het voorjaar de klok een uur vooruit. Hiertoe werd besloten om effectief met het zonlicht om te gaan. De zon gaat steeds vroeger op naarmate de lente vordert. Het is zonde als we met z’n allen nog op twee oren liggen terwijl de zon al voor natuurlijk licht zorgt. Dat zijn kostbare minuten die je nuttig zou kunnen gebruiken zonder kunstmatige verlichting. Hup, je luie nest uit en werken! Het is dus een combinatie van calvinistische arbeidsethiek en energiebesparing die tot deze beslissing heeft geleid.
Druppel
Maar het werkt maar ten dele. Tenminste als ik mezelf als voorbeeld neem. Wellicht dat ik ‘s zomers, als ik gewoon rond zes uur op sta, de spaar(!)lampen niet aan hoef te doen om mijn ochtendroutine af te handelen. Dat scheelt een heel klein beetje energie. Zeker nou iedereen is overgestapt op energiezuinige verlichting is dat een druppel op een gloeiende plaat. In de winter echter, ben ik al om vijf uur wakker en dan is het nog pikkedonker. Het is nu 7:16 en nog steeds niet licht genoeg om zonder kunstlicht te kunnen werken. Dus de vermeende besparing gaat weer in ledlichterlaaien op.
Energieslurper
Daar komt bij dat verlichting als energieslurper in 1977 waarschijnlijk inderdaad een grote factor was, maar de tijden zijn veranderd. Elke nacht hangen er miljoenen telefoons aan opladers en duizenden auto’s aan hun laadpalen. En wat dacht je van al die computers, tv’s en andere luxe apparatuur die op stand-by staan? Dat slurpt nu meer energie dan alle gloeilampen tezamen in 1977. Dus dat hele idee van daglicht optimaal gebruiken om energie te besparen is een wassen neus geworden.
Geïrriteerd
Als je het gevoel hebt dat deze column een ietwat geïrriteerde klank heeft, dan zijn je voelsprieten voor emotie nog in goede conditie. Elke nacht een uur korter slapen maakt me wat kribbig. Dan ga je toch gewoon weer slapen, zou je kunnen voorstellen. Maar dat is een lastig voorstel. Deels omdat als ik kribbig ben, goed advies niet altijd met de dankbaarheid wordt ontvangen die het verdient. Deels omdat als ik wakker wordt een uur voor ik wakker zou moeten worden er twee dingen aan gaan: mijn hoofd en de honden. Beide zijn niet meer uit te zetten. En beide maken slapen onmogelijk. Het komt mijn humeur niet ten goede en dat is ook voor de hondjes niet fijn. Hoe goed ik ook mijn best doe om mijn kribbigheid niet te laten spreken. Zij kunnen er ook niets aan doen dat hun interne klok gewoon blijft tikken op het ritme dat al miljoenen jaren goed werkt voor de natuur.
Roep
Dus tevens namens de hondjes roep ik eenzaam in de woestijn van de internetcolumns: “Kappen met dat gemorrel aan de klok elk half jaar!”
Mee eens, voor mij hoeft het ook niet. Je hoort steeds meer mensen die dit roepen.
Dus wie weet….
Er zijn natuurlijk altijd belangrijkere zaken. Maar toch, het zou fijn zijn als dat twee jaarlijks aanpassen niet meer nodig zou zijn.