
Iedere week een column schrijven is ontzettend leuk om te doen als je zoals ik van schrijven houdt. Maar soms ontbreekt de inspiratie. De term ‘writer’s block’ is te zwaar, maar iedere week een onderwerp bedenken voor een column is soms een opgave. Dus wat te doen als er echt helemaal geen idee op komt borrelen? Als er bovendien allerlei andere zaken de aandacht vragen die de creatieve flow doorbreken? Tijd voor een filosofische aanpak: schrijf een column die het feit dat er zich geen onderwerp aandient omarmt. Schrijf een column over het schrijven zelf. In moderne Newspeak: hoe meta is dat?
Voorraad
Iedere schrijver kent het probleem. Zeker als je periodiek, bijvoorbeeld iedere week, een column schrijft. Natuurlijk kun je op inspiratierijke dagen een aantal columns schrijven zodat je een voorraadje hebt om de inspiratiearme dagen op te vangen. Daarmee doe je de column echter een beetje geweld aan vind ik. De definitie van het woord column is niet heel vast omlijnd. Dus er is enige ruimte voor interpretatie, maar voor mij moet een column een element van tegenwoordige tijd bevatten. Een column behandelt voor mij iets dat recent is gebeurd. In de Hondenleven columns zijn dat gebeurtenissen in en rond onze roedel. Dingen die mij recentelijk zijn opgevallen of die mij onlangs door het hoofd gingen. Columns vooruit schrijven is dus in mijn ogen een beetje vals spelen.
Regels
Natuurlijk leg ik mij die regel zelf op. Maar zoals zoveel schrijvers ben ik best hard voor mezelf. Zonder die regels wordt het schrijven maar een vrijblijvend aaneenrijgen van woorden. Het zijn juist die regeltjes die je jezelf oplegt die het spanningsveld maken. Het spanningsveld dat zorgt voor (hopelijk) wat meer interessante of humoristische teksten. Ook het breken van regels kan een regel zijn. Dat is het voor mij in ieder geval. Maar om regels te breken moet je wel eerst regels hebben. Zelf opgelegde regels. Maar ook andere regels. Op school leerde je vroeger dat je een zin nooit met ‘ik’, ‘en’, of ‘maar’ mocht beginnen. Ik hield mij altijd braaf aan die regel. Totdat ik Tolstoj ging lezen. En wat schetst mijn verbazing, één van de grootste schrijvers van de negentiende en vroeg twintigste eeuw begint zinnen zonder blikken of blozen met het woord ‘maar’ en het woordje ‘en’. Hoewel ik eigenlijk moet zeggen ‘but’ en ‘and’ want ik las de Engelse vertaling, maar dit terzijde.
Verbeterd
In een uitleg van de vertalers, werd ook duidelijk waarom Tolstoj dat deed. In vroege vertalingen van zijn werk werd deze regelbreking namelijk veelvuldig verbeterd door de vertaler. Maar de nieuwe vertalers, Richard Pevear en Larissa Volokhonsky, hadden iets meer inzicht in de bedoelingen van de schrijver. Zij zagen in dat Tolstoj met het beginnen van een zin met ‘maar’ of ‘en’ de lezer dwong de aandacht op de bijzin te vestigen. Het was een bijzin maar het belang was minstens zo groot als de hoofdzin. De bijzin werd een soort extra hoofdzin. En dat werkt!
Herhaling
Zo werden in vroegere vertalingen ook vaak de herhalingen van woorden weggehaald. Tolstoj herhaalde een zelfde woord soms meerdere keren in een alinea zonder een synoniem te zoeken. Herhalingen in een alinea kunnen wijzen op een armoedige woordenschat van de auteur. Ik denk dat je Tolstoj niet kunt betichten van een armoedige woordenschat. Dus wat is daar aan de hand. Wat is de bedoeling van die herhalingen? Wederom vertelden de vertalers Richard Pevear and Larissa Volokhonsky hoe het zat: de herhalingen zorgen voor een ritme in het Russische origineel. Ze geven de tekst een cadans. De grens tussen proza en poëzie vervaagt.
Revolutie
Het breken van regels is niet alleen rebels, een roep om revolutie. Het breken van regels wordt daarmee ook een teken van intelligentie. Ik durf zelfs te stellen genialiteit. Waar zouden we als mens zijn als er niet in onze voorgeschiedenis regelbrekers waren geweest? Het antwoord op deze vraag is niet, “Dan leefden we nog in grotten.” Het antwoord is ook niet, “Dan waren we nooit uit de bomen gekomen.” Nee het antwoord is meer waarschijnlijk: “Dan zouden we als soort niet meer bestaan.” Net als al die andere mens-soorten waar soms nog een stukje kaakbeen of een stukje sleutelbeen van wordt gevonden.
Opstand
Regels scheppen orde. Maar ze kunnen ook vooruitgang tegenhouden. De regel is dat deze columns over honden gaan. Maar aan het einde van deze column heb ik met nog geen woord gerept over het onderwerp honden. Ik heb de regel gebroken. Helaas moet ik bekennen dat dit niet is uit genialiteit of een hoge mate van intelligentie. Maar gewoon uit armoede. Een inspiratiearmoede die ongetwijfeld van tijdelijke aard is. Dus volgende week gewoon weer een column over honden en hondenlevens. Beschouw deze column maar even als een rebelse opstand die de gevestigde orde in mijn brein weer even wakker schudt. Een soort spijbelen waardoor je adrenaline gaat stromen en de Muze weer tot leven komt. Tot volgende week dus!
– Henk
Heel interessant en het komt meer voor. Virginia Woolf brak ook met regels b.v. een hoofdletter midden in een zin. However ze brak
nooit met de ritmeregel. Haar zinnen zijn vaak als een gedicht. Ze schilderde met taal.
Klopt, er zijn veel meer schrijvers die dat doen. Jonathan Safran Foer gaat er zelfs heel ver in. Ritme in een tekst is heel belangrijk en tegelijk ook heel moeilijk om goed te krijgen. Wel een leuke uitdaging!