
Het regent, het regent, de pannetjes worden nat. Daar kwamen eens vier hondjes, die vielen op hun … Een muzikaal, niet geheel lekker lopend begin van deze column. Het regent vandaag en dit liedje schoot me te binnen. Niks brengt de huishond in onze gedomesticeerde wolven zo naar buiten als een dagje regen. De regen laat ook het verschil in karakter zien tussen onze vier honden.
Dapper
Mazzel en Blitzz vinden het niet echt fijn. “Maar als het baasje met ons wil wandelen laten we ons niet door een beetje water tegenhouden.” Dapper lopen ze mee, al heeft Mazzel wel extra bescherming. Hij heeft zijn stoere jas aan vanwege zijn gebrek aan vacht door een huidaandoening.
Koud
Spip heeft ook een jas aan want hij is een whippet. En whippets hebben geen ondervacht en dus hebben ze het snel koud. Spip betreedt daarin de overtreffende trap. Ondanks de warme jas vindt Spip het helemaal niks aan buiten als het regent. Hij hangt in de riem. De eerste helft van de wandeling hangt hij achter me in de riem, seinend dat ik de verkeerde kant op ga in relatie tot zijn dekentje en zijn warme slaapplek. De tweede helft van de wandeling trekt hij me voort, om aan te geven dat we nu de goede kant op gaan en dat het comfort lonkt.
Macramé
Bella loopt zoals gewoonlijk van hot naar her want met riemen macrameeën is de leukste hobby die er is, ook in de regen. Alleen zit er een kink in het patroon, want zo af en toe moet er over een natte graspol heen worden gesprongen. Dat gooit de hele roedel nog eens extra in de war. Vooral omdat ze allemaal dat stukje nat proberen te ontlopen. Natte pootjes zijn niet fijn namelijk. Zeker niet als het warme Cyprus nog vers in Bella haar geheugen ligt. Die Nederlandse herfst moet nog even een plaatsje krijgen bij haar. De opwinding van de wandeling wint het nog van het ongemak van nat worden maar ik heb zo’n vermoeden dat zij over niet al te lange tijd tot de minder enthousiasten kan worden gerekend als het regent.
Vrijwilligers
De rest van de dag verloopt ook anders. Normaal hoef ik maar naar de achterdeur te wijzen of de vrijwilligers voor een inspectie van de tuin duwen al met hun neus tegen de deur. Op zo’n regendag staan ze ook in een flits bij de achterdeur, maar verder dan dat gaat het niet. Als ik de deur open doe moet ik meestal oppassen dat ik niet onderuit wordt geschoffeld door de vier ambitieuze vrijwilligers. Op een regendag echter, steken er een paar neuzen voorzichtig door het vliegengordijn, een erfenis van de zomer, gevolgd door een teleurgestelde deflatie en een kleine verkeersopstopping in het halletje. Terug. Draaien. Niks an buiten. Ik ga niet. Jij wel? Gek! Doe niet zo idioot. Blijf binnen. Jij bent niet goed snik. Laat me erdoor. Waar is m’n dekentje? Die mand is voor mij. Ik ga op de bank. Nee ikke. Nou! Baaaaaas!
Eenvoudig
Opeens hoeven de heren en dames niet zo vaak naar buiten als ze op een mooi weer dag doen vermoeden. Opeens kan de plas een stuk langer worden opgehouden. Opeens hoeft de wandeling niet zo heel lang te duren en weten ze allemaal de kortste weg naar huis. De regen maakt de dag een stuk eenvoudiger voor de hondeneigenaar.
Batterijen
Maar na de regen komt zonneschijn. Na zo’n luie dag, of zelfs een paar luie dagen, hebben de hondjes natuurlijk een overvloed aan energie in hun biologische batterijen. Dus ik denk dat ik maar even buiten ga staan en mijn borst nat ga maken met vers, sprankelend regenwater. Dan ben ik goed voorbereid op het moment dat die batterijen ontladen moeten worden. Want ook daarin heeft ieder roedellid zo zijn of haar eigen manier van energiebesteding. Dan moeten we weer ogen op steeltjes hebben en de energieke uitspattingen in goede banen leiden.
Het regent, het regent, de pannetjes worden nat. Daar kwamen eens vier hondjes en die vielen op hun …
Dat was weer grinniken. Ik heb de Sinterklaasgedichten
klaar. Als dat niet zo was, had ik weer genoeg stof!
Dat macrameeën was leuk gevonden!