Geplaatst op 2 reacties

Hondenleven: All work and no play…

In het Engels is er het gezegde “All work and no play makes Jack a dull boy”. Voor politieke correctheid mag “Jack” vervangen worden door “Jill” en “boy” door “girl”. Nog correcter zou “person” zijn zodat iedereen zich met dit spreekwoord kan identificeren. De meeste spreekwoorden stammen echter uit een tijd dat de verlichting nog niet zo helder straalde als dat het nu doet. Zelfs heden ten dage is de renaissance in veel opzichten nog steeds een idee in wording. Maar ik dwaal af. Het significante woord in het gezegde, in relatie tot deze column is “play”. Spel, spelen, ontspannen, bezig zijn met iets dat je leuk vindt zonder te denken aan economisch nut. En ik heb daar moeite mee.

Kind

Dat vraagt om verduidelijking. Het kind in de man gaat nooit verloren. Bam, nog een gezegde. Of is het een spreekwoord? Ik laat dat even in het midden. Waar het om gaat is dat het kind in deze man niet alleen nooit verloren gaat, het kind voert zelfs graag de boventoon. Als ik de loterij ooit win ben ik de gelukkigste man op aarde. Niet omdat ik dan een Ferrari kan kopen, want ik wil helemaal geen Ferrari. Ik heb al genoeg last van wagenziekte in ons ouwe Fordje. Niet omdat ik dan stop met werken, want ik vind veel van wat wij doen veel te leuk. Niet omdat ik mij dan kan mengen in de kringen van de high society, want ik ben een loner en hou niet van het mengen in kringen van welke aard dan ook. Nee, waarom mij dat gelukkig zou maken is dat ik dan financieel onafhankelijk zou zijn. Ik zou mij nooit meer zorgen hoeven maken over het economische aspect van het leven. Ik zou kunnen doen wat ik leuk vind zonder mij zorgen te maken over monetaire genoegdoening. Ik zou weer meer kind kunnen zijn.

Geld

Ik haat dat monetaire aspect namelijk. Geld zegt mij helemaal niets. Het hele concept van werken voor een beloning heb ik altijd een scheefgegroeide abominatie van onze maatschappij gevonden. Er zijn 24 uur in een dag. Voor een goede gezondheid moet je daarvan ongeveer acht uur slapen. Er blijven zestien uren over. Acht daarvan wordt je geacht te werken. Blijven nog acht uur over. Dat lijkt veel maar als je tijd daarvan aftrekt die je nodig hebt om te eten, boodschappen te doen, huishouden bijhouden, honden uitlaten en ga zo maar door, dan blijft er verd… verdraaid weinig tijd over voor ontspanning. De verhouding werk/leven is wat mij betreft helemaal scheef. Zeker als de beloning die je ervoor krijgt minimaal is en mij ook nog eens helemaal niets zegt.

Rationeel

Rationeel begrijp ik natuurlijk prima dat een mens geld nodig heeft om eten te kopen, belasting te betalen en noodzakelijke voorzieningen te financieren. Maar dat is rationeel. Het probleem is dat ik in het diepst van hart geen rationeel wezen ben. Daar heb ik in mijn jeugd ontzettend mee geworsteld. Zodra kind zijn geen legitieme levenswijze meer was en de maatschappij aan mij begon te trekken, begon er een strijd in mij die pas ver na mijn dertigste gestreden was. En nog laait die worsteling weleens op.

Discussie

Ik heb hierover menig pittige discussie gehad met mensen die het economisch en monetair deel van het leven als vanzelfsprekend beschouwen en zich daar goed bij voelen. Ik weet nog van vrienden in België die zich ‘s ochtends niet eens tijd gunden voor een ontbijt. Het was opstaan, tanden poetsten, en in de auto en de trein stappen op weg naar hun werk. Ze kwamen dan ‘s avonds om een uur of zes, half zeven weer thuis, compleet afgedraaid. De rest van de avond waren het bankaardappelen. Geen fut meer voor ontspanning.

“Maar,” zeiden ze dan tegen mij, “We kunnen dan wel één keer per jaar een verre reis maken. En een mooie auto kopen. En dit mooie appartement betalen.”

Na enig discussiëren knikte ik dan maar. Het is hun leven tenslotte. Maar voor mij zijn al die dingen, want het zijn dingen, niets waard. Een auto moet je van a naar b brengen. Dat lukt in ons tweedehandsje ook prima. Verre reizen, dure hotels en vliegvelden zijn voor mij eerder de waarwording van de hel dan vakantie en een mooi appartement blijft niet mooi met drie honden en ons rommelkonten erin.

Onbevangen

Gisteren is Spip uit werken gegaan. Hij mocht mee naar een cliënt van Erna. Erna stuurde me een paar filmpjes van het werk dat Spip aan het doen was. Hij was heerlijk onbevangen aan het spelen met een speeltje waar voertjes uit komen. Hij kon lekker zijn gang gaan en de cliënt had veel plezier omdat Spip plezier had. En dat was alles wat nodig was. Spip had wat mij betreft Utopia waargemaakt. Spelen, geen economische druk en daarbij nog iemand blij maken ook.

Weemoed

Ben ik jaloers op hem? Nee, ik gun het Spip van harte. Zeker nu hij eigenlijk gepensioneerd is en alleen nog dit soort lichte arbeid hoeft te verrichten (wat dus eigenlijk geen arbeid is). Maar het roept in mij wel een gevoel van weemoed op. Een terugverlangen naar een tijd dat je mocht spelen zonder dat de maatschappij een vingertje ophief. Die tijd was gevuld met avonturen die voortkwamen uit de legokist. Of uit de verhalen die we speelden tijdens het hutten bouwen in het bos. Het spreekwoord waar deze column mee begon slaat de spijker op de kop. Het waren geen saaie tijden toen spelen nog heel gewoon was. Het waren mooie tijden!

2 gedachten over “Hondenleven: All work and no play…

  1. Ja, maar helaas is het niet zo simpel. Een goede balans vinden is een hele opgave.
    Mooi geschreven trouwens.

    1. Dank je. Ja, die balans vinden is een continu zoektocht. Al hebben we die de laatste jaren aardig weten te vinden. Maar soms knaagt het dat het naar mijn idee nog meer in balans mag zijn. In de oudste literatuur wordt hier al over geschreven. Het is geen recent probleem en een zoektocht die al door velen is ondernomen. En slecht hebben we het niet. We hoeven geen 14 uur per dag in een sweat shop te beulen. Alles is relatief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *